Verkeersveiligheid is een verantwoordelijkheid van iedereen!

 

 

 

 

 

 

 

 


Bij de start van het schooljaar is er een pak extra verkeer, wees dan extra voorzichtig.
We geven via onze sociale media nog extra tips mee voor een veilige schoolomgeving en route naar school.


Kinderen zijn kwetsbaarder dan volwassenen in het verkeer

Jonge kinderen, als voetganger of fietser, ervaren het verkeer anders dan volwassenen, ze maken geen onderscheid tussen zien en gezien worden.

Wij als volwassene moeten ons gedrag dus aanpassen, enkele tips:

  • Verlaag je snelheid, wees op je hoede en anticipeer op de reacties van kinderen
  • Hou minstens 1 meter afstand wanneer je fietsers voorbijsteekt, bij jonge kinderen mag dat nog wat meer zijn want ze durven wel eens uitwijken.
  • Sla je rechtsaf, vergeet dan niet dat fietsers die rechtdoor rijden voorrang hebben!
  • Parkeer je wagen op een daartoe bestemde plaats. Een voertuig dat verkeerd geparkeerd staat brengt kinderen in de war of kan leiden tot een gevaarlijke situatie.
  • Vertrek op tijd: haast en spoed zijn zelden goed.
  • Kinderen moeten nog veel leren in het verkeer, wees begripvol en toon geduld.


Zorg ervoor dat je kind goed zichtbaar is in het verkeer

  • Een fluovest zorgt voor goede zichtbaarheid
  • Reflectoren op de fiets en/of boekentas lichten op
  • Een fietshelm in opvallende kleur of met reflecterende stickers valt extra op
  • Controleer tijdig de fiets van je kind  zodat fietslicht, remmen,… steeds in orde zijn.


Kinderen worden vaak met de auto naar school gebracht.

  • Klik voor vertrek de gordel altijd goed vast en gebruik indien nodig een kinderzitje. Ook bij een korte rit doe je altijd de gordel aan! Doe dit correct en leer je kind om hem niet onder de arm of achter de rug te schuiven.
  • Parkeer je voertuig niet fout, geef het goede voorbeeld en hou rekening met de veiligheid van alle kinderen aan de schoolpoort.
  • Probeer je kind langs de kant van het voetpad uit te laten stappen. De reacties van kinderen zijn onvoorspelbaar, wees dus altijd op je hoede.
  • Komt je kind met het openbaar vervoer naar school spreek dan af wat hij/zij moet doen in onvoorziene omstandigheden (bv. bus gemist, geen bus door staking/ongeval, wie te contacteren, …). Probeer het traject al eens samen uit zodat je kind weet wat te verwachten.
  • Hou er wel rekening mee dat het verkeer tijdens de schoolperiode drukker is dan tijdens de vakantieperiode.


Ga je met de fiets naar school, zorg er dan voor dat je fiets helemaal in orde en goed zichtbaar is. Vergeet de helm en het fluohesje niet.

  • Stippel vooraf de veiligste weg uit en probeer deze al eens uit. Oefen zeker het oversteken en andere moeilijke punten. Kinderen jonger dan 9 mogen met een kinderfiets (wieldiameter tot 50 cm) op de stoep fietsen. Maak ook duidelijke afspraken.
  • Loop of fiets steeds zelf aan de kant van de rijbaan en wacht je kind nooit aan de overkant op maar rijdt achter hem/haar. Let ook op geparkeerde voertuigen want zij zien een fietsend kind niet altijd! Maak je kind hierop attent.
  • Vertrek op tijd. Haast en spoed zijn nooit goed. Een gehaast kind heeft geen oog meer voor zijn omgeving en wordt onvoorzichtig.

 

Veilig oversteken

  • Kijk naar links en dan naar rechts, kijk terug naar links en steek over. Tijdens het oversteken kijk je nog eens naar rechts.
  • Steek over in 1 vloeiende beweging. Treuzel nooit als je oversteekt maar loop ook niet, want een val kan grote gevolgen hebben.
  • Probeer oogcontact te maken met de bestuurder, zo ben je zeker dat hij jou gezien heeft.
  • Ga nooit tussen 2 geparkeerde wagens de straat op. Je zit dan verstopt en de bestuurder ziet je niet op tijd!
  • Wees voorzichtig op tram- en busbanen waar geen oversteek is. Een tram heeft steeds voorrang!
  • Als fietser heb je geen voorrang op een zebrapad! Als je afstapt en met de fiets aan de hand oversteekt dan weer wel.

 
Kinderzitjes:

  • Een babyzitje zet je altijd tegen de rijrichting in de auto, deze zijn het veiligst voor jonge kinderen.
    Een baby in de reiswieg? Dit mag tot 10 kilo, deze moet gekeurd zijn voor in de auto en bevestig je op de achterbank.
  • Een peuterzitje moet je met de rijrichting mee of tegen Voor kinderen tot 15 maanden zijn zitjes tegen de rijrichting het veiligst.
    Schakel pas over naar een groter model (bvb verhogingskussen) als je kind met het hoofd boven de rand uitkomt of niet meer binnen de lengte- of gewichtslimieten van het zitje valt.
  • Een verhogingskussen installeer je met de rijrichting mee, degene met een rugleuning en een zijdelingse hoofdsteun  zijn
    Schakel over op de gewone veiligheidsgordel als je kind met het hoofd boven de rand uitkomt of niet meer binnen de lengte- of gewichtslimieten van het verhogingskussen valt.
  • Vanaf 1,35 meter mag je je kind gewoon met de gordel vastklikken maar het is aangeraden om het verhogingskussen te gebruiken tot 1,50 meter.
  • Er bestaan tegenwoordig ook meegroeistoelen, die kan je ombouwen van babyzitje tot peuterzitje, sommige zelfs tot verhogingskussen. Maar hoe meer ombouwmogelijkheden het stoeltje heeft, hoe groter de kans op foutief gebruik.
  • Kinderen mogen voorin zitten in de wagen, op voorwaarde dat ze correct worden vastgemaakt zoals de wet het voorschrijft.
    Bij het babyzitje en peuterzitje moet u dan wel de frontale airbag
  • Meer info: https://www.veiligverkeer.be/storage/main/brochure-kinderzitjes-juli-2020-download.pdf 

 Een fijne en veilige eerste schooldag van PZ Noord!